PROCESSIE MET HET EVANGELIARIUM EN DE CIBORIE
De liturgie start nog voor het eerste woord gesproken is met de processie waarin het evangeliarium en de ciborie worden binnengedragen. Dit is een betekenisvol gebeuren. Het evangeliarium en de ciborie drukken uit dat de Verrezen Christus aanwezig komt in de vierende gemeenschap. Dat is een reden tot vreugde en dankbaarheid. De manier waarop de medewerkers deze processie gestalte geven, bepaalt mee de kwaliteit van de dienst. Gaat de aandacht van allen uit naar Christus, zoals Hij zich toont in het Woord en het gebroken Brood? Wordt op deze manier een dialoog geopend tussen God en zijn volk? Voelen de aanwezigen zich opgenomen in een gemeenschap die zich gezamenlijk richt tot de God van Jezus Messias?
BEGROETING
De voorganger heeft een dubbele taak: eerst de rituele begroeting die door haar bijbelse taal verbinding maakt met andere liturgische diensten, daarna de persoonlijke begroeting die zich met genegenheid richt tot de aanwezigen en hen binnenleidt in het concrete gebeuren van dat moment. Voor het rituele onderdeel houdt de voorganger zich aan de tekst van de orde van dienst. Voor het persoonlijke spreekt de voorganger best met eigen woorden de gemeenschap toe. De aangereikte tekst van de orde van dienst geeft slechts een richting aan. Het ‘Amen’ en de respons ‘Gezegend zij de Heer, nu en altijd’ worden door de voorganger niet mee uitgesproken. Het is de taak van de gemeenschap om het dialogale karakter van de dienst te realiseren.
LIED
Ook het lied heeft een dubbele functie: de gemeenschap verenigen in klank en ritme en de activiteit richten op Degene die de gemeenschap samenbrengt. Belangrijk is dus dat het lied door allen gezongen kan worden en dat het een biddend lied is, dat God rechtstreeks aanspreekt.
GEBEDSINTENTIES
Dit is geen voorbede. Tijdens de voorbede van de eucharistie wordt eerst een intentie genoemd en volgt dan de uitnodiging om voor deze intentie te bidden waarop de gehele gemeenschap dit gebed uitspreekt. In dit geval nodigen we mensen uit om intenties gedurende de hele dienst mee te nemen. Er volgt dus geen collectief gebed na elke intentie.
EERSTE LEZING
ANTWOORDPSALM
TWEEDE LEZING
EVANGELIEVERS:
Het evangelievers biedt een sleutel op de boodschap van de lezingen van de dag.
EVANGELIE
De inleiding op het evangelie is in de orde van dienst van de woord- en communiedienst niet dezelfde als in de eucharistie. ‘De Heer zij met u. En met uw Geest’, is een dialoog die enkel gebeurt als de lector gewijd is omdat de formule verwijst naar de wijding.
BEZINNING
Nu volgt een moment van bezinning. Ofwel gebeurt dit in stilte, ofwel leest een lector een bezinnende tekst, ofwel gaat de voorganger dieper in op de inhoud van de lezingen.
GELOOFSBELIJDENIS
De voorganger legt de link met de wereldkerk. De geloofsbelijdenis drukt niet uit wat de huidige inhoud is van het geloven van de concrete mensen die bijeen zijn. Ze drukt het geloof uit waarmee de concrete gemeenschap zich verbindt en waaraan ze zich wil spiegelen.
GEBED OM VERZOENING EN VREDE
Wie zich verbindt met het wereldwijd beleden geloof, weet dat de weg naar een volkomen beleefd geloof nog lang is, zowel in het persoonlijk als in het kerkelijk leven. De verwijzing naar de vader van de bezeten jongen (Marcus 9) is betekenisvol. Als gelovigen zijn we allen kleingelovigen die zichzelf niet redden maar die zich toevertrouwen aan Gods barmhartigheid. In deze beweging willen we gaan staan. Het is belangrijk van dit deel geen moraliserend stuk te maken waarin we zeggen dat we het zelf beter moeten gaan doen. Het is ook geen vraag om vergeving alleen. Het is een bede om ontferming.
Enkel met Gods ontferming kan er waarlijk vrede groeien. Geen vrede naar menselijke maatstaf maar Gods vrede, zoals die in Jezus zichtbaar is geworden. De voorganger neemt hier heel uitdrukkelijk een woord van Jezus zelf in de mond: ‘Vrede zij met u’ is de groet die Hij na de verrijzenis steeds gebruikt als Hij bij zijn leerlingen komt.
ONZEVADER
Vanuit het geloof, hopend op ontferming, verlangend naar vrede bidt de gemeenschap het christelijke gebed bij uitstek. Het is de opdracht van de voorganger om de inhoudelijke eenheid van geloofsbelijdenis tot Onzevader ervaarbaar te maken.
VOORBEREIDING OP DE COMMUNIE
De gerichtheid op het altaar is bij de voorbereiding op de communie cruciaal. De voorganger gaat voor in het zich richten tot Christus zoals hij vertegenwoordigd is in de geconsacreerde hosties. De gerichtheid van het gebed gaat over in de handelingen om de communie voor te bereiden. De voorganger neemt uitdrukkelijk niet plaats achter het altaar waar de priestervoorganger tijdens de eucharistie staat.
COMMUNIE
De voorganger communiceert eerst zelf. Dat heeft niets met beleefdheidsregels te maken. Het is een kwestie van fundamentele theologie: van God kan je alleen weggeven wat je zelf ontvangen hebt. Degene die communie reikt moet dus eerst zelf ontvangen.
STILLE BEZINNING OM DANK TE ZEGGEN
LIED
Voor dit lied geldt hetzelfde als voor het eerste lied. Alleen komt hier het danken sterker op de voorgrond.
GEBED
WEGBRENGEN VAN HET EVANGELIARIUM EN DE CIBORIE
MEDEDELINGEN EN OPROEPEN
Liever niet door de voorganger.
WEGZENDING
Mag uiteraard gepaard gaan met persoonlijke woorden maar is op de eerste plaats toch een ritueel gebeuren. Vandaar de formule die ook gebruikt wordt bij de afsluiting van het getijdengebed.
Alle aanwezigen maken intussen een kruisteken.